dinsdag 5 juli 2016

Kennisnet Trendrapport 2016 - 2017


Tijdens een speciale bijeenkomst voor adviseurs op het gebied van ICT & Onderwijs behandelde Michael van Wetering (strategisch adviseur innovatie bij Kennisnet) vanavond het recente trendrapport. Op locatie bij Kennisnet in Zoetermeer, op de voormalige afdeling De Verdieping, kwamen ongeveer dertig personen bij elkaar om hier meer over te horen en gezamenlijk na te denken. Hieronder doe ik mijn verslag van de avond.

Michael gaf aan dat deze bijeenkomst is een soort van experiment was, naar aanleiding van een wens van Willem Karssenberg en Arno Coenders. Hij verzorgt vaker dit soort bijeenkomsten, maar deze was speciaal voor adviseurs die contact hebben met scholen en stichtingen in het PO, VO en MBO. Het doel was om te kijken hoe we met het trendrapport om kunnen gaan. Het trendrapport gaat om de helft van het Vier in Balans model, namelijk de aspecten digitale content en ICT infrastructuur. De twee peilers Visie en Deskundigheid zijn natuurlijk zeer belangrijk, maar worden niet in het trendrapport behandeld.

De focus van de bijeenkomst ligt op drie instrumenten die gebruikt zijn om te bepalen welke trends erin staan. Hoe bepaal je die instrumenten en hoe voer je het gesprek met een bestuur?


1. De Hype Cycle
De trendwereld vindt dat we richting machine learning en data analytics gaan. Leven en werken wordt in grote mate door technologie ondersteund. Intelligente machines nemen meer en meer taken over, zoals zelfrijdende auto’s, drones en domotica. Dat betekent dat het onderwijs hier ook iets mee moet, want kinderen groeien op in deze wereld.
Hoe kunnen we op een praktische manier hiermee leren werken? De werkelijkheid is divers, weerbarstig en dynamisch. Het uitgangspunt is daarom om zo veel mogelijk met de technologie daadwerkelijk aan de slag te gaan.

Er is over een aantal jaar een enorme impact van robotica op de arbeidsmarkt merkbaar. Daarnaast staan veel opleidingen onder druk als je kijkt naar hoe robotica en slimme software taken overnemen van banen waarvoor nu studenten worden opgeleid. Daar moeten opleidingen nu dus al over nadenken. Dat geldt in zekere mate ook voor basisscholen; om kinderen voor te bereiden op deze wereld.


De hype cycle is een manier om naar de werkelijkheid te kijken. Het is een abstractie van Gartner van ongeveer 20 jaar geleden. Het model begint met een trigger, die gaat naar een hype, vervolgens naar een teleurstelling en tot slot naar een langzame groei van volwassen gebruik.

Het is een instrument om risico in te kunnen schatten. Wil je met name met volwassen producten aan de slag? Dat is zeker een veilige keuze. Of wil je met nieuwe trends/hypes mee doen? Het risico moet wel tegen het potentieel rendement opwegen. Dit is een afweging die je als school zelf moet maken, maar weet waar je aan begint. Het helpt om een bewuste keuze te maken qua investeringen als stichting of school. Misschien beïnvloedt de hype cycle ook de schaal waarop je een innovatie wil implementeren, bijvoorbeeld klein beginnen in een pilot.

Het rapport is in drie delen opgedeeld:
  • Onderwijs in de toekomst (veel speculatie, heel nieuw en niet sector specifiek).
  • Digitaal leerproces (zoals een adaptieve leeromgeving. Hier weten we nog weinig van…)
  • ICT fundament (dit zijn al uitgekristalliseerde materialen)

Werkvorm 1 - Tafelgesprek: aan de slag rondom een onderwijsvraagstelling.
Tijd om concreet aan de slag te gaan. In groepen van ongeveer vier personen kregen we de opdracht om een mogelijk onderwijsvraagstuk te benoemen en te bedenken welke technologieën hierbij een rol kunnen spelen. Waar zitten deze technologieën op de Hype Cycle?

In de plenaire nabespreking kwam onder andere onderstaande voorbeelden naar voren
  • Hoe verhoog je leeropbrengsten door betrokkenheid van leerlingen te verhogen? (technologieën: BYOD, digitaal portfolio, learning analytics)
  • Hoe kunnen we de zone van de naaste ontwikkelen bereiken bij elke leerling? 
(technologieën: serious games, adaptieve materialen en adaptief toetsen)
  • Hoe verkrijg je data om het onderwijs voor alle leerlingen te verbeteren? 
(technologieën: learning analytics, big data, personal dashboard)


Tijdens de nabespreking kwamen verschillende gedachtes naar voren.
Hoe verder een technologie geplaatst is op de Hype Cycle, hoe meer er over bekend is qua rendement (leeropbrengsten). Dat komt ook omdat er dan meer onderzoek naar gedaan is. Bijvoorbeeld bij adaptief leermateriaal, deze is net over de top van de hype heen. Daar zijn nu recentelijk wat onderzoekjes naar gedaan en dat geeft een - bijna - anekdotisch beeld. Adaptief leermateriaal werkt voor sommige vakken wel, maar voor anderen weer niet of alleen in heel specifieke situaties. Dit kwam ook terug tijdens een aantal pitches op de onderzoeksconferentie.

Het is als adviseur goed om te differentiëren bij scholen. Je moet een inschatting maken waar welke school staat en wat hun concrete onderwijsvragen zijn. Hier is de zone van de naaste ontwikkeling belangrijk. Als je allerlei geavanceerde technologieën probeert te ‘slijten’ aan een school, is dat niet per se waar die school op zit te wachten. Als een school bijvoorbeeld vooral worstelt met een slecht WiFi-bereik en een digibord waar leerkrachten niet mee kunnen werken, dan moet je niet met onderwerpen als Big Data aankomen. Het is dus de kunst om aan te sluiten bij relevante vraagstukken met actuele en passende technologieën.

Op het moment dat je met een technologie een bepaalde compromis moet sluiten om een onderwijsdoel te bereiken, dan moet je waarschijnlijk niet voor die technologie kiezen. Een aantal concretiseringsvragen kunnen dan helpen, zoals:
  • Waar wil je die technologie voor gebruiken?
  • Wat wil je dat de leerling gaat doen?
  • Wat wil je dat de leerkracht gaat doen?
  • Hoe waarschijnlijk is het dat dit met deze technologie gaat gebeuren?
  • Of, droom eens even als alles helemaal gelukt is. Wat zie je dan?


2. De SWOT analyse

Een SWOT analyse is een snelle manier om specifieke technologieën te kunnen beoordelen. In feite bestaat het uit vier concrete vragen:
  1. Wat is de kracht van een technologie?
  2. Wat is de zwakte van de technologie?
  3. Wat zijn kansen voor het onderwijs?
  4. Wat zijn bedreigingen voor het onderwijs?

In het trendrapport staan acht SWOT analyses en deze kunnen helpen om dingen helder op een rijtje te zetten.


3. Strategic Technology Map
De Strategic Technology Map is een soort matrix. Op de x-as staat de mate van persoonlijke productiviteit. Op de y-as de mate van organisatorische productiviteit. Dit geeft vier kwadranten:

  • Linksboven Corporate Green Light: Dit is de technologie die vooral wenselijk/ondersteunend is op organisatorisch niveau (CvB). Het kan zijn dat deze middelen niet zo’n grote motivatie oproepen bij uitvoerend personeel.
  • Rechtsonder People’s Choice: Wat willen de eindgebruikers zelf (leerkrachten). Bijvoorbeeld het uitgangspunt van Bring Your Own Device. Dat is populair bij eindgebruikers, maar onpopulair bij de organisatie of beheer.
  • Rechtsboven Hot Spot: Het ideale punt, waar zowel organisatie als uitvoerenden blij van worden.
  • Linksonder Enabelers: Hier staat de technologie die bij niemand echt populair is, maar wel noodzakelijk is voor belangrijke processen. Het zijn belangrijke bouwblokken die we (vaak onterecht) voor lief nemen, zoals goed werken WiFi.
Twee uitgewerkte voorbeelden van een traject. Klik om te vergroten.

Werkvorm 2 - Tafelgesprek: denk nog eens na over de eerder genoemde technologieën. In welk kwadrant zou je deze plaatsen en waarom?
De voorbeelden die Michael geeft (zie de afbeelding hierboven) zijn van vrij hoog niveau en kunnen enigszins afschrikken, maar deze exercitie kan natuurlijk op elk niveau plaatsvinden. Het belangrijkste is misschien wel om gezamenlijk het gesprek aan te gaan en het proces te doordenken. Beleidsmakers en leerkrachten moeten dus met elkaar om de tafel en keuzes doorspreken.

Daarnaast is het zo belangrijk om je gezamenlijk af te blijven vragen: waarom doen we dit eigenlijk? Nemen we niet te grote stappen in één keer?

Kortom, het nemen van stappen op innovatief of technologisch vlak is absoluut maatwerk en vraagt veel tijd en overleg.

Conclusie
Ik vond het heel fijn om bij deze sessie te zijn. Ik ben natuurlijk niet echt een adviseur voor scholen op beleidsniveau, maar ik vond de discussie interessant om te volgen. Inzichten waren niet altijd heel concreet, maar dat is misschien juist waar scholen mee worstelen. Er is vaak behoefte aan een snelle oplossing of een kant-en-klaar product. Maar zo werkt het (helaas) niet. Het besef dat je eerst goed moet nadenken over wat je eigenlijk wil bewerkstelligen en dat daarbij langdurige en risicovolle trajecten kunnen horen, is aan de ene kant voor de hand liggend, maar tegelijkertijd ook goed om te kunnen onderbouwen. En het trendrapport kan daarbij een hulpmiddel zijn.

2 opmerkingen:

  1. Dank voor de impressie Don! Fyi: als het gaat om de hype cycle is het Gartner (niet Gardner), maar misschien bedoel jij iets anders. En "zelfrijzende auto’s" > "zelfreizende auto’s"? Delete mijn comment gerust nadat je het gelezen hebt :-).

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ha, dank voor je scherpe blik! De zelfrijzende auto's moesten natuurlijk zelfrijdend zijn. Mijn autocorrect denkt graag mee...
    Over Gartner heb je helemaal gelijk. Ik ben momenteel wel alle 007 romans van Gardner aan het herlezen, maar dat heeft hier niets mee te maken...

    BeantwoordenVerwijderen