Gedurende de tweede week van de MOOC Assessment and Teaching of 21st Century Skills zoomen professoren Patrick Griffin en Esther Care in op de skill collaborative problem solving (samenwerkend problemen oplossen). Ze staan specifiek stil bij de cognitieve vaardigheden die horen bij deze 21st century skill.
De cognitieve vaardigheden bij collaborative problem solving (CPS) zijn vergelijkbaar met de cognitieve vaardigheden bij het individueel oplossen van problemen, maar de invulling is toch anders. Ze verwijzen naar de manier waarop een oplosser handelt (task regulation skills) en de redenatievaardigheden die gebruikt worden (learning and knowledge building skills).
Task regulation skills
Veel taken bij CPS kunnen alleen opgelost worden als bronnen worden vastgesteld en alle informatie tussen de deelnemers wordt gedeeld. Een belangrijk aspect van de planning is rekening houden met het verzamelen van data (gegevens) en de beschikbare bronnen organiseren voor alle deelnemers.
Task regulation skills kunnen opgedeeld worden in zes subvaardigheden:
Ad 4. Omgaan met flexibiliteit en dubbelzinnigheid
Veel complexe problemen kunnen onduidelijk of dubbelzinnig zijn. Je kunt ze soms op meerdere manieren interpreteren. Maar ook de communicatie tussen deelnemers kan onduidelijk zijn. Veel problemen hebben geen eenvoudige oplossing (als er al een goede oplossing is!), maar het moet mogelijk zijn om een gezamenlijk standpunt in te nemen. Voldoende mate van tolerantie en flexibiliteit is heel belangrijk bij het gezamenlijk oplossen van complexe problemen.
Ad 5. Informatie verzamelen
Hierbij draait het om het kunnen herkennen van ontbrekende informatie en in staat zijn om deze alsnog te verkrijgen en te delen. Dit is nodig om vooruitgang te boeken. Als deze vaardigheid goed ontwikkeld is, kunnen deelnemers de behoefte aan meer informatie herkennen, niet alleen voor huidige (deel)problemen, maar ook voor mogelijke toekomstige (deel)problemen. Deze vaardigheid is belangrijk wanneer de deelnemers een gezamenlijke probleemruimte definiëren en verbanden leggen tussen acties en consequenties, observaties en patronen.
Ad 6. Systematiciteit
Dit verwijst naar de grondigheid en efficiëntie van de aanpak van de deelnemers. De meest basale vorm is trial and error (alles lukraak uitproberen). Dit is in feite een individuele aanpak en dus inherent aan een lage mate van CPS. Een tussenvorm van systematiciteit is het uitvoeren van opeenvolgende stappen (forward search). Een hoge mate van systematiciteit houdt in dat je niet alleen vooruitkijkt, maar ook continu terukijkt en het proces evalueert.
Learning and knowledge building skills
De redenatievaardigheden bij CPS bestaan uit veel herkenbare stappen bij de sociale en cognitieve vaardigheden. Gedurende het gezamenlijke proces leren individuele deelnemers meer over de specifieke inhoud, leerstrategieën en -vaardigheden, omgaan met tegenslagen, leren coördineren, samenwerken en onderhandelen met anderen.
Concreet kunnen learning and knowledge building skills opgedeeld worden in drie subvaardigheden:
Ad 1. Relaties
Bij een gezamenlijke opdracht, waarbij verschillende personen verschillende kennis en informatie hebben, is het delen hiervan ontzettend belangrijk. Het is ook belangrijk om alle relaties tussen informatie bij alle deelnemers te verifiëren. Dit kan betekenen dat de acties van één persoon consequenties hebben voor een ander persoon. Deze consequenties moeten goed in de gaten gehouden worden. Het is goed mogelijk dat elke deelnemer cruciale informatie ontbeert. Wanneer de deelnemers dit zelf beseffen, zijn ze hopelijk in staat om hiervoor een goede oplossing te vinden.
Ad 2. Onvoorziene omstandigheden
De manier waarop de deelnemers informatie gebruiken en oorzaak/gevolg-relaties herkennen, stelt hen in staat om eenvoudige regels op te stellen om naar een gezamenlijke oplossing toe te werken. Deze regels kunnen betrekking hebben op het probleem zelf, of op de manier van samenwerken. Regels worden gebruikt om deelproblemen op te lossen. bij CPS is het nodig dat alle deelnemers informatie en consequenties van handelingen vastleggen.
Ad 3. Hypotheses
Met behulp van een Wat als...?-aanpak kunnen deelnemers aantonen dat ze kunnen generaliseren. Bijvoorbeeld in uitspraken zoals Wat als we het eens heel anders doen? of Wat denk je dat er zou gebeuren als... Deze manier van denken lijkt informeel en neer te komen op giswerk, maar het is belangrijk om deze werkvorm te (h)erkennen omdat deze blijk geeft van een hogere mate van abstract denken en redeneren. Deelnemers moeten de ruimte krijgen om meerdere potentiële oplossingen te verkennen.
Gedragsindicatoren
Net als de sociale vaardigheden voor CPS, kunnen ook de cognitieve vaardigheden voor CPS omgezet worden naar zichtbare, meetbare gedragsindicatoren. Hieronder staat een overzicht van alle besproken subvaardigheden die horen bij cognitieve vaardigheden.
Conclusie
Deze video geeft, net als de video over sociale vaardigheden, een mooi schematisch overzicht van alle vaardigheden die op cognitief gebied belangrijk zijn wanneer een groep samenwerkt. Een belangrijk detail vind ik dat een groep samenwerkers ook de tijd en ruimte moet krijgen om te leren met elkaar om te gaan.
In de laatste video van deze week richten Griffin en Care zich op een ontwikkelingsgerichte aanpak voor het onderwijzen en leren van collaborative problem solving.
Task regulation skills
Veel taken bij CPS kunnen alleen opgelost worden als bronnen worden vastgesteld en alle informatie tussen de deelnemers wordt gedeeld. Een belangrijk aspect van de planning is rekening houden met het verzamelen van data (gegevens) en de beschikbare bronnen organiseren voor alle deelnemers.
Task regulation skills kunnen opgedeeld worden in zes subvaardigheden:
- Probleemanalyse;
- Doelen bepalen;
- Omgaan met bronnen;
- Omgaan met flexibiliteit en dubbelzinnigheid;
- Informatie verzamelen;
- Systematiciteit.
Ad 1. Probleemanalyse
Hierbij gaat het om losse (of samenhangende) delen van het probleem te kunnen herkennen en hieraan de beschikbare informatie te koppelen. Ook het kunnen maken van dwarsverbanden tussen deze delen hoort bij deze subvaardigheid, evenals een analyse van hoe de losse delen van elkaar afhankelijk kunnen zijn.
Ad 2. Doelen bepalen
Hier draait het om het kunnen formuleren en uitwisselen van subdoelen om het proces van CPS te monitoren. Deze moeten zo concreet mogelijk opgesteld worden, misschien wel in de vorm van regels, bijvoorbeeld: "Wanneer ik A doe, zou B moeten gebeuren om toe te werken naar C..."
Ad 3. Omgaan met bronnen
Alle deelnemers zouden in staat moeten zijn om hun kennis, ervaring en bronnen op een heldere manier samen te brengen. Ook moeten ze een manier vinden om al deze verschillende input op een logische manier samen te voegen.Ad 4. Omgaan met flexibiliteit en dubbelzinnigheid
Veel complexe problemen kunnen onduidelijk of dubbelzinnig zijn. Je kunt ze soms op meerdere manieren interpreteren. Maar ook de communicatie tussen deelnemers kan onduidelijk zijn. Veel problemen hebben geen eenvoudige oplossing (als er al een goede oplossing is!), maar het moet mogelijk zijn om een gezamenlijk standpunt in te nemen. Voldoende mate van tolerantie en flexibiliteit is heel belangrijk bij het gezamenlijk oplossen van complexe problemen.
Ad 5. Informatie verzamelen
Hierbij draait het om het kunnen herkennen van ontbrekende informatie en in staat zijn om deze alsnog te verkrijgen en te delen. Dit is nodig om vooruitgang te boeken. Als deze vaardigheid goed ontwikkeld is, kunnen deelnemers de behoefte aan meer informatie herkennen, niet alleen voor huidige (deel)problemen, maar ook voor mogelijke toekomstige (deel)problemen. Deze vaardigheid is belangrijk wanneer de deelnemers een gezamenlijke probleemruimte definiëren en verbanden leggen tussen acties en consequenties, observaties en patronen.
Ad 6. Systematiciteit
Dit verwijst naar de grondigheid en efficiëntie van de aanpak van de deelnemers. De meest basale vorm is trial and error (alles lukraak uitproberen). Dit is in feite een individuele aanpak en dus inherent aan een lage mate van CPS. Een tussenvorm van systematiciteit is het uitvoeren van opeenvolgende stappen (forward search). Een hoge mate van systematiciteit houdt in dat je niet alleen vooruitkijkt, maar ook continu terukijkt en het proces evalueert.
Learning and knowledge building skills
De redenatievaardigheden bij CPS bestaan uit veel herkenbare stappen bij de sociale en cognitieve vaardigheden. Gedurende het gezamenlijke proces leren individuele deelnemers meer over de specifieke inhoud, leerstrategieën en -vaardigheden, omgaan met tegenslagen, leren coördineren, samenwerken en onderhandelen met anderen.
Concreet kunnen learning and knowledge building skills opgedeeld worden in drie subvaardigheden:
- Relaties;
- Onvoorziene omstandigheden;
- Hypotheses.
Ad 1. Relaties
Ad 2. Onvoorziene omstandigheden
De manier waarop de deelnemers informatie gebruiken en oorzaak/gevolg-relaties herkennen, stelt hen in staat om eenvoudige regels op te stellen om naar een gezamenlijke oplossing toe te werken. Deze regels kunnen betrekking hebben op het probleem zelf, of op de manier van samenwerken. Regels worden gebruikt om deelproblemen op te lossen. bij CPS is het nodig dat alle deelnemers informatie en consequenties van handelingen vastleggen.
Ad 3. Hypotheses
Met behulp van een Wat als...?-aanpak kunnen deelnemers aantonen dat ze kunnen generaliseren. Bijvoorbeeld in uitspraken zoals Wat als we het eens heel anders doen? of Wat denk je dat er zou gebeuren als... Deze manier van denken lijkt informeel en neer te komen op giswerk, maar het is belangrijk om deze werkvorm te (h)erkennen omdat deze blijk geeft van een hogere mate van abstract denken en redeneren. Deelnemers moeten de ruimte krijgen om meerdere potentiële oplossingen te verkennen.
Gedragsindicatoren
Net als de sociale vaardigheden voor CPS, kunnen ook de cognitieve vaardigheden voor CPS omgezet worden naar zichtbare, meetbare gedragsindicatoren. Hieronder staat een overzicht van alle besproken subvaardigheden die horen bij cognitieve vaardigheden.
Conclusie
Deze video geeft, net als de video over sociale vaardigheden, een mooi schematisch overzicht van alle vaardigheden die op cognitief gebied belangrijk zijn wanneer een groep samenwerkt. Een belangrijk detail vind ik dat een groep samenwerkers ook de tijd en ruimte moet krijgen om te leren met elkaar om te gaan.
In de laatste video van deze week richten Griffin en Care zich op een ontwikkelingsgerichte aanpak voor het onderwijzen en leren van collaborative problem solving.