Vanochtend was ik in de Openbare Bibliotheek Amsterdam voor een cocreatiesessie rondom de leerlijn 'digitale vaardigheden'. Deze sessie was een initiatief van CodeUur, Dreamery en de TU Delft (onder de gebundelde naam Future NL) en werd geleid door Jenya Krul en Felienne Hermans.
Future NL wil de samenwerking verbreden om hun leerlijn 'digitale vaardigheden' het land in te krijgen. Deze cocreatiesessie was speciaal voor het onderwijsveld, met de specifieke vraag om mee te denken, aan te vullen, vragen te stellen, scherp te zijn, etc. Lees hieronder mijn bevindingen van deze boeiende ochtend.
Eerst een inventarisatie
De eerste exercitie die gedaan is, is het bekijken van bestaand materiaal. Er is namelijk al heel veel materiaal beschikbaar, ook voor de Nederlandse markt. Felienne concludeert dat de inhoud van het bestaande materiaal veelal eenzijdig is, ofwel puur vanuit het onderwijs ofwel puur vanuit de IT kant. Een combinatie van beiden zou wenselijk zijn.
Op basis van deze inventarisatie is een indeling gemaakt voor de leerlijn. Centraal staat het begrip computational thinking, onderverdeeld in vier kerngebieden, namelijk
- Algoritme
- Data opslag
- Structuur
- Kwaliteit
De woorden die groen zijn gecodeerd komen uit het Britse computing curriculum, de blauwe woorden komen vanuit het Scratch-onderzoek van Felienne en de geel gemarkeerde woorden komen vanuit de leerlijn computational thinking zoals het SLO deze heeft ontwikkeld.
Discussie
De aanwezige groep had eigenlijk twee grote discussiepunten op deze indeling.
- Ten eerste is de naamgeving erg belangrijk. De term 'digitale vaardigheden' is eigenlijk onjuist. Deze term is zo vaag en algemeen. Bovendien heeft iedereen er een ander beeld bij. Sterker nog, het wekt de indruk dat digitale vaardigheden beperkt zijn tot bovenstaande aandachtsgebieden. Het heeft de sterke voorkeur om een eenduidige terminologie te hanteren.
Waarom niet aansluiten bij wat maatschappelijk al loopt? SLO hanteert de overkoepelende term digitale geletterdheid, met als onderverdeling ICT (basis)vaardigheden, informatievaardigheden, mediawijsheid en computational thinking. Wat ons betreft dekt de term leerlijn 'computational thinking' beter de lading. - Ten tweede lijkt de focus erg te liggen op programmeeractiviteiten, maar computational thinking als vaardigheid is breder dan sec programmeren. De essentie van bijvoorbeeld problemen oplossen komt weinig terug in huidige benoeming.
Van high-level leerdoelen naar groepsplannen en lesideeën
Vanuit de inventarisatie zijn overkoepelende high-level leerdoelen opgesteld per bouw. In deze leerdoelen komen de vier aandachtsgebieden telkens terug. Zie de afbeelding hieronder voor een voorbeeld:
Het is belangrijk om aan leerkrachten duidelijk te maken dat zij al heel veel onderdelen van computational thinking behandelen, maar dit misschien zelf niet eens beseffen. Bijvoorbeeld wanneer ze kinderen vragen om hun jas aan te trekken, is dat in feite een algoritme. Of als ze kleuters leren veters strikken is dat een soort stroomschema. Daarom is het handig om de koppeling tussen computational thinking aan bestaand materiaal en huidige vakken, zoals taal en rekenen, te expliciteren.
Groepsplannen zijn een manier om opbrengstgericht of handelingsgericht werken mogelijk te maken. Groepsplannen geven inzicht in leerdoelen voor complete leerjaren. Zo is er vaak 1) een basisinstructiegroep, 2) een verkorte instructie voor leerlingen die cognitief op een hoger niveau functioneren en 3) een verlengde instructie voor leerlingen die meer aandacht en zorg nodig hebben bij specifieke onderdelen. In het groepsplan komt deze informatie terug, maar ook hoe de leerkrachten dit concreet gaat aanpakken in de klas.
Hieronder staat een voorbeeld van een groepsplan over computational thinking.
Het groepsplan in bovenstaand voorbeeld is bedoeld om de high-level leerdoelen concreet te maken. Wat betekenen deze leerdoelen voor de dagelijkse praktijk? Het is tegelijkertijd ook ter inspiratie, als een soort basisplan dat leerkrachten kunnen gebruiken en zeker mogen aanpassen.
Discussie
De aanwezige groep had meerdere discussiepunten op bovenstaande informatie:
- Bij de genoemde aanpakken lijkt er nog niet gedifferentieerd te worden op niveau. Dat zou natuurlijk wel wenselijk zijn.
- Stel dat je als school met computational thinking begint vanaf groep 5, wat moeten leerlingen dan al kunnen? Het plan gaat uit van een begin in groep 1, maar dat zal zeker niet altijd de werkelijkheid zijn. In de leerlijn staat nu de beoogde beginsituatie nog niet helder.
- Maak expliciet de koppeling naar de overlap met huidige Taal- en Rekendoelen. Maar tegelijk: de transfer tussen vaardigheden naar andere vakken is nog niet of nauwelijks wetenschappelijk aangetoond. De vraag is echter of dit überhaupt wel wenselijk is.
- De metadata-sets voor de begrippen is al bekend en geregistreerd. Dat maakt de terminologie niet alleen eenduidig, maar het is daardoor ook gemakkelijker om instrumenten te ontwikkelen.
- Hoe gaat dit werken op traditionele scholen waar de leerkracht de informatieoverdrager is en zich niet comfortabel voelt met computational thinking? Dit vraagt eigenlijk een andere didactiek, waarin ruimte is voor uitproberen, onzekerheid, fouten maken, etc.
Het grove plan
Tot slot presenteren Jenya en Felienne het grove plan dat ze als uitgangspunt willen nemen:
- Groep 1 t/m 4: voornamelijk unplugged activiteiten;
- Groep 5/6: leren programmeren in Scratch;
- Groep 7/8: leren programmeren in JavaScript.
- Combineer deze leerlijn ook met maakonderwijs (of maker educatie), want dan maak je het echt betekenisvol voor kinderen. Onder maakonderwijs behoort ook leerlingen digitaal producten laten maken.
- Dit plan werkt alleen als leerlingen de hele leerlijn doorlopen, anders is het niet haalbaar.
- Het is mogelijk om een tekstuele programmeertaal aan bovenbouwleerlingen aan te bieden (mits de deskundigheid op een school aanwezig is om dit te kunnen begeleiden), maar waarom per se JavaScript? Er zijn aansprekender voorbeelden zoals in Python in Minecraft.
- Scratch is net zo echte programmeertaal als een tekstuele programmeertaal. Voor veel leerlingen zal Scratch voldoende uitdagend/ingewikkeld zijn. Misschien is slechts voor een klein deel van de leerlingen een tekstuele programmeertaal interessant.
- Tot nu toe licht de focus erg op een koppeling met Taal en Rekenen. Misschien is de koppeling met Wetenschap en Technologie nog vanzelfsprekender. Dat is een zeer gestructureerde procedure, namelijk de cyclus van ontwerpend en onderzoekend leren, die nauw aansluit bij computational thinking.
Afsluitende opmerkingen
Tot slot was er ruimte voor enkele afsluitende opmerkingen. Iedereen mocht uitspreken wat hij of zij nog miste aan het plan. Hieronder staan de opmerkingen op een rijtje:
- Koppel de leerlijn niet alleen aan Taal en Rekenen, maar ook bijvoorbeeld de Kunstvakken en Wereldvakken.
- Goed dat het schema beperkt is tot vier aandachtsgebieden, dat is overzichtelijk en behapbaar.
- Het is een heel mooi document, knap hoe alles bij elkaar is samengevoegd. Ook een rijk initiatief.
- Blijf het betekenisvol houden door het te koppelen aan concrete projecten/onderwerpen waarin leerlingen geprikkeld worden om de grote wereld te verbeteren.
- Computational thinking is meer dan alleen programmeren. Onderwerpen zoals probleemdefinitieformulering ontbreekt nog bijvoorbeeld.
- De leerlijn kan expliciet aan de kerndoelen gekoppeld worden.
- Je bent als leerkracht bezig met het begeleiden van een (langdurig) proces, dat mag meer naar voren komen.
- Het document is handig voor directeuren en beleidsmakers, maar niet per se aantrekkelijk voor de gewone leerkracht. Alles is nu wel heel erg uitgesplitst/uitgekauwd. Blijf voldoende vertrouwen hebben in de expertise van de leerkracht zelf.
- Betrek ook ouders hierbij om hen ook te laten zien wat er mogelijk is.
- Hoe zit het met de leerlijn naar het VO?
- Wat is de status van dit document? Van wie is het en van wie mag het allemaal zijn? En hoe gaat het nu weer verder?
Mijn conclusie na vanochtend is: we zijn er nog niet, maar we zijn weer goede stap dichterbij! Ik vond het mooi om veel bevlogen personen bij elkaar te zien. Allemaal met een besef dat computational thinking een plaats moet krijgen binnen het Nederlandse primair onderwijs. Het initiatief om tot een leerlijn te komen met zowel plugged als unplugged activiteiten kan ik alleen maar toejuichen.
Dit studiejaar starten we in blok 4 (april t/m juni) een nieuwe tweedejaars module, waarin computational thinking centraal staat. Studenten zullen hiervoor onder andere op hun stagescholen activiteiten gaat uitvoeren.
Ik blijf graag aangesloten bij dergelijke landelijke (en internationale) initiatieven op dit gebied, al hoop ik wel dat er zo veel mogelijk samenwerking plaatsvindt, zodat er niet heel veel langs elkaar heen gebeurt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten