donderdag 7 mei 2015

MOOC: Beoordelen van collaborative problem solving

De derde week van de MOOC Assessment and Teaching of 21st Century Skills richt zich op het kunnen beoordelen van de vaardigheid collaborative problem solving (samenwerkend problemen oplossen). Professoren Patrick Griffin en Esther Care geven eerst een introductie op de manier om dit aan te kunnen pakken en geven vervolgens vier voorbeelden (case studies) om het zelf uit te proberen.


Beoordelen van 21st century skills
Een leerkracht kan de ontwikkeling van een leerling op het gebied van 21st century skills beoordelen door bewijsmateriaal te verzamelen en interpreteren.

Er zijn verschillende vormen van informatiebronnen. De waarde van elke bron is afhankelijk van de manier waarop je dit aanstuurt en het uiteindelijke werk wat je van leerlingen vraagt. Er zijn:
  • Verslagen (essays);
  • Voorbeelden van werk;
  • Leerkrachtobservaties;
  • Zelfreflecties;
  • Beoordelingen door medeleerlingen;
  • Toetsen.
Deze informatiebronnen zijn nog geen bewijsmateriaal. Het wordt pas bewijsmateriaal wanneer betekenis aan de informatie wordt toegekend. Dat is alleen mogelijk als je precies weet welke kennis of vaardigheid je wil beoordelen. Door waarneembaar gedrag van onderliggende cognitieve of sociale processen te herkennen, krijg je zicht op hoe je dit dagelijks in de klas kunt stimuleren. 

Kortom, een sleutel om 21st century skills te kunnen beoordelen, is door concreet waarneembaar gedrag te kunnen herkennen en interpreteren behorende tot de onderliggende vaardigheden.


Beoordelen van collaborative problem solving
Om dit concreet uit te werken, hanteren Griffin en Care de vaardigheid collaborative problem solving (CPS). Deze vaardigheid is op macro-, meso- en microniveau uitgewerkt. Afhankelijk van wat je als leerkracht precies wil beoordelen, kies je het gewenste niveau (en daarmee ook de mate van detail) waarop je bewijsmateriaal gaat verzamelen. Als leerkracht kies je hiermee ook (wellicht impliciet) wat voor interventies je wil/kunt plegen om leerlingen verder te helpen.

Hieronder staan schematisch de drie niveaus van collaborative problem solving weergegeven.



In vorige blogposts zijn deze (deel)onderwerpen inhoudelijk al uitgewerkt. Nu tonen Griffin en Care aan wat het concreet voor leerkrachten betekent als je op elk van deze niveaus op zoek gaat naar bewijsmateriaal.

Als eerste de uitwerking op macroniveau: collaborative problem solving in het algemeen. Hieronder staat een schema met daarin de verschillende niveaus (F is het hoogst, A is het laagst), de naam van het niveau en de omschrijving van concreet waarneembaar leerlinggedrag. Als de tekst lastig leesbaar is, is de afbeelding te vergroten door erop te klikken.


Op het gebied van gezamenlijk problemen oplossen functioneren leerlingen dus op het laagste niveau wanneer ze individueel het probleem verkennen, zonder poging om dit gezamenlijk aan te pakken. De aanpak lijkt lukraak en focust telkens op aparte stukjes informatie. De interactie met anderen blijft beperkt tot een korte blijk van erkenning.

Een leerling die op het hoogste niveau functioneert, werkt het gehele proces gezamenlijk aan het probleem en geeft de groep als geheel verantwoordelijkheid voor het succes van complexe opdrachten. Het probleem wordt systematisch en efficiënt aangepakt met behulp van louter relevante bronnen. De student past de communicatie aan de ontvanger aan, verwerkt ontvangen feedback en lost conflicten op.

Op dezelfde manier is CPS op mesoniveau uitgewerkt, zoals te zien is in onderstaand schema:


Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen sociale en cognitieve vaardigheden. Dit niveau geeft de leerkracht meer specifieke richtlijnen om naar te kijken. Daarmee is het veel intensiever dan het macroniveau, maar geeft het dus ook waardevollere informatie om eventuele interventies te kunnen plegen.

Het meest gedetailleerd is het microniveau, waarbij alle deelonderwerpen van zowel de sociale als cognitieve vaardigheden helemaal tot waarneembaar gedrag zijn uitgewerkt. Dat overzicht (in hele kleine lettertjes...) staat hieronder weergegeven:



Gericht observeren
Voor het kunnen beoordelen van leerlingen is het noodzakelijk dat je als leerkracht dus weet waar je naar moet kijken. Door hier excessief mee te oefenen, wordt het steeds gemakkelijker om te doen.
Een heel praktische methode is door het schema uit te printen en een leerling gericht te observeren. Wanneer je bepaald gedrag herkent, kun je dit highlighten op het schema zelf.

De meeste leerlingen zullen de onderste niveaus (van A t/m F) grotendeels of geheel beheersen, maar hoe hoger ze komen, hoe minder gedrag vertoond zal worden. Je kunt de zone van de naaste ontwikkeling het best bepalen door te kijken bij welk niveau ongeveer de helft van het gedrag wordt vertoond. Dan weet je dus ook aan welke specifieke deelvaardigheden een leerling toe is om te oefenen (scaffolding)!

Een paar maanden later kun je dezelfde leerling met behulp van hetzelfde schema opnieuw observeren, maar nu met een ander gekleurde highlighter. Als de leerling nieuw gedrag vertoont, is de betreffende ontwikkeling snel en eenvoudig aan te geven. Ook de nieuwe zone van de naaste ontwikkeling wordt hiermee zichtbaar.

Dit lijkt eerst wellicht een wat onbetrouwbare methode, maar hoe vaker je op deze wijze leerlingen gaat observeren, hoe consistenter je zal worden in beoordelen. Het aantal foutieve observaties zal ook snel afnemen.


Case Study: Laughing Clowns
Er zijn ook speciaal ontwikkelde beoordelingstaken voor leerlingen op het gebied van CPS om jezelf te trainen in het observeren en beoordelen. In het onderzoek van Griffin en Care naar collaborative problem solving hanteerden ze meerdere van dit soort beoordelingstaken. Hierbij werkten altijd twee deelnemers samen achter een eigen computer. Ze konden elkaar niet zien en ze wisten niet wie de ander was. Ze konden alleen met elkaar communiceren door te chatten (typen). Een voorbeeld hiervan is Laughing Clowns met de volgende eigenschappen:
  • Vraagt weinig op het gebied van cognitieve en sociale vaardigheden;
  • Gesloten probleem met één correcte oplossing;
  • Symmetrische taak, beide deelnemers zien dezelfde informatie op hun scherm.

De deelnemers moeten patronen herkennen, bronnen uitwisselen, regels formuleren en conclusies trekken. Beide deelnemers hebben een eigen clownmachine en delen twaalf ballen om mee te experimenteren. De vraag die de deelnemers moeten beantwoorden is: "Werken de clownmachines op dezelfde manier?"

Om zelf te oefenen met observeren is het handig om het observatieschema uit te printen: www.scribd.com/doc/264542689/CPS-Conceptual-Framework

Hieronder staat de video van de Laughing Clowns. Let specifiek op de volgende vaardigheden:

Sociale vaardigheden
  • Interactie tussen deelnemers (interaction);
  • Het perspectief van de ander innemen (responsiveness);
  • Verantwoordelijkheid nemen voor (deel)taken (responsibility initiative).

Cognitieve vaardigheden
  • Omgaan met bronnen (resource management);
  • Relaties (relationships).



Lukt het om specifiek gedrag te herkennen met behulp van het observatieformulier? Ik heb gemerkt dat het fijn is om te focussen op de vijf voorafgegeven vaardigheden en mij eerst te richten op één van de twee deelnemers in de video. Pas daarna nogmaals goed kijken terwijl ik mij focus op de tweede deelnemer. Maar het blijft ingewikkeld omdat er zoveel informatie te destilleren is! Moet je nagaan hoe onmogelijk het is om dit als leerkracht in real time te doen in een klas met 25 leerlingen...


Conclusie
Deze derde week worden Griffin en Care heel praktisch en geven concrete handvatten om CPS te observeren en beoordelen. Het leuke is dat ze mij als student aan de slag zetten om te observeren, zonder dat ze goede antwoorden prijs geven. Sterker nog, ze raden aan om de video meerdere malen te bekijken en vervolgens mijn bevindingen uit te wisselen met mijn medestudenten op het forum van de MOOC.

De resterende video's van deze week zijn nog drie andere beoordelingstaken om zelf mee te oefenen en een uiteenzetting van manieren om de beoordeling vast te leggen. Daarover in een volgend blogbericht meer!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten