vrijdag 17 april 2015

Leerlijn computational thinking (DesignLab Universiteit Twente)

Vanmiddag was ik aanwezig bij een brainstormsessie over een leerlijn computational thinking in het DesignLab van Universiteit Twente. Educatieve uitgeverij DaVinci ontwikkelt op dit moment een leerlijn computational thinking (CT) voor groep 1 t/m 8 van het basisonderwijs. Ze richten zich hierbij op computergericht denken, robotica, programmeren, 3D printen en mediawijsheid.



De brainstormsessie is voor een relatief klein gezelschap georganiseerd. De overige aanwezig zijn:
  • Liesbet van Oosten, directrice van uitgeverij DaVinci. Zij maakt zich hard voor thematisch onderwijs in het basisonderwijs, waarbij ze voornamelijk uitgaat van combinaties van wereldvakken.
  • Jessica Huls, onderwijsontwikkelaar bij uitgeverij DaVinci. Huls richt zich op het het didactisch en onderwijskundig gebied. 
  • Martin Schmettow, docent psychologie Universiteit Twente. Schmettow doet onderzoek naar wat hij zelf geekism noemt; waarom vinden sommige studenten programmeren heel leuk en andere totaal niet?
  • Allard Strijker, leerplanontwikkelaar bij SLO. Vorig jaar werkte Strijker mee aan het rapport voor het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over computational thinking.  
  • Pim van Dort, projectmanagement Onderwijs en Technologie. Van Dort houdt zich met name bezig om Wetenschap & Technologie in het PO te krijgen. Hij pleit voor integratie via Taal en Rekenen-wiskunde in plaats van de wereldvakken, omdat bij deze vakken al veel begrippen voorkomen die te herleiden zijn tot programmeren.

Wat is computational thinking?!
Centraal staat de vraag: wat is computational thinking? Deze term wordt in het Verenigd Koninkrijk gebruikt om leerlingen te leren over programmeren, robotica, technologie, etc.

DaVinci heeft een schot voor de boeg genomen door de leerlijn uit het Verenigd Koninkrijk te vertalen en enigszins aan te passen aan het Nederlandse onderwijs. Dit heeft geresulteerd in een leerlijn computergericht denken, waarbij ze onderscheid maken tussen de onderbouw (groep 1/2), de middenbouw (groep 3/4/5) en de bovenbouw (groep 6/7/8).

De leerlijn is opgesplitst in dezelfde drie onderdelen als in het Verenigd Koninkrijk, namelijk Computer Wetenschap (soort van programmeren), Informatie Technologie (soort van informatievaardigheden) en Digitale Geletterdheid (soort van mediawijsheid). De hele leerlijn bestaat uit 26 doelen om richting te geven aan de invulling van deze onderdelen.



Reacties
Mijn eerste reactie op dit document is dat het een dappere poging is om het begrip te verhelderen en concretiseren, maar tegelijkertijd ook leerkrachten kan afschrikken met termen als algoritmes, Booleaanse logica en fysische systemen.

Schmettow geeft aan dat het belangrijk is om programmeren vooral aan te reiken vanuit een bepaald probleem, niet vanuit een kader. Wanneer leerlingen een oplossing nodig hebben, kunnen ze daarvoor programmeren gebruiken. Zijn advies is om het aan bestaande vakken te koppelen in plaats van iets extra's. En, blijf bij de belevingswereld van het kind. Stimuleer hen logisch denken.

Van Dort stelt dat in het onderwijs we heel erg gefocust zijn op het eindresultaat, maar bij ontwerpend leren (daar gaat computational thinking eigenlijk om) is dit niet het meest interessant. Het eindproduct wat leerlingen maken is noodzakelijk als een weergave van het denkproces, maar het gaat uiteindelijk niet om deze output. Het gaat met name om het leerproces zelf. Maar ja, hoe maak je dat inzichtelijk?

Schmettow vult aan dat programmeren an sich niet zo interessant is, maar dat het een middel is om iets op te lossen. Iedereen aan tafel pleit ervoor om, zeker in het basisonderwijs, zoveel mogelijk fysiek unplugged te werken. Zo leer je leerlingen hoe concepten werken.

Strijker vertelt waarmee SLO zich recentelijk heeft bezig gehouden. Zij vragen zich af wat nu de belangrijke begrippen zijn die je in het PO kunt hanteren? Stapjes maken? Redeneren? Analyseren? Ze zijn er nog niet over uit...



Een heldere definiëring van termen
Wat ondertussen niet echt meehelpt, is dat allerlei partijen als eilandjes bezig zijn en allemaal opnieuw het wiel uitvinden. Iedereen gebruik daarbij eigen modellen en terminologie, zodat de overdraagbaarheid zeer klein wordt.

SLO heeft vorig jaar een rapport gepubliceerd, 21e eeuwse vaardigheden in het curriculum van het funderend onderwijs, waarmee ze hoopt tot een eenduidige terminologie te komen. Ik raad het aan om in elk geval de samenvatting hiervan door te lezen om zich te krijgen welke kant de ontwikkelingen op gaan!
Daarnaast is SLO druk bezig met een concrete uitwerking van de begrippen zoals ICT basisvaardigheden, computational thinking, mediawijsheid en informatievaardigheden. Dit is hopelijk dit kalenderjaar klaar, waarbij ze zelfs een soort lessuggesties willen geven.


Zomaar wat observaties
Bij een dergelijke brainstormsessie horen natuurlijk ook zomaar wat observaties over onderwijs in het algemeen en waarom het onderwijs in Nederland altijd beter kan...

Van Dort vindt het vreemd dat Nederland zich zo focust op wat er gebeurt in Engeland en Finland. Het onderwijs is daar zo anders georganiseerd dat de transfer bijna onmogelijk is. Onderzoekend en ontwerpend leren past volgens hem veel beter bij het Franse onderwijs. Hij geeft aan dat we ons niet moeten richten op het Angelsaksische of Scandinavische gebied, omdat zit niet past bij Nederland. In Engeland kunnen een nieuwe eis aan het curriculum gewoon voorschrijven en een jaar later liggen er twintig Raspberry Pi's in de klas... Zo werkt het in Nederland niet...

Strijker voegt toe dat het meeste onderzoek vaak niet generaliseerbaar is en zeer contextspecifiek. Hij geeft het voorbeeld van het recent verschenen onderzoek over tablets in de klas. Als je het goed leest, blijkt dat er zo'n minuscuul dingetje is uitgeprobeerd, dat de waarde daarvan lastig te bepalen valt.

We eindigen met het de consensus dat in het onderwijs meer ruimte moet zijn voor vakoverstijgend werken, waarbij we leerlingen langer de tijd geven om het creatieve proces te stimuleren, in plaats van alles op te knippen in losse vakken van dertig minuten.



Conclusie
Iedereen heeft ideeën over computational thinking en het beeld wisselt steeds weer. Eigenlijk net als bij 21st century skills... 

Uitgeverij DaVinci gaat ondertussen gewoon verder met zijn eigen proces. Wat ze meenemen van deze brainstormsessie is dat ze nadruk willen leggen op het denkproces inzichtelijk kunnen maken voor de leerkracht. Volgend jaar beginnen ze met pilots op basis van de voorlopige uitwerking van hun leerlijn.

Ik vind het aan de ene kant jammer dat al deze eilandjes door gaan om hun eigen ding te doen, maar ik begrijp ook wel waarom ze niet afwachten waarmee SLO gaat komen. Er zijn genoeg scholen die nu aan de slag willen!

2 opmerkingen:

  1. Heb je ook een kopietje gemaakt? En in hoeverre verschilt die van wat Kennisnet al vertaald had?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Yep, ik heb een exemplaar thuis liggen. Maar, dit is voor hen ook een eerste versie en ik weet niet of deze gepubliceerd mag worden... Dat kan ik nog navragen.
    Ik ben niet bekend met de versie van Kennisnet, heb je daar een link van?

    BeantwoordenVerwijderen